Grasaren
Pas op voor grasaren!
Je hebt ze ongetwijfeld wel eens gezien. Deze ‘nare kruipers’ hebben iets weg van een stekelig stuk tarwe. Ze ontstaan wanneer wild gras tot bloei komt. Grasaren komen voor in het voorjaar en de zomer, wanneer het gras gaat bloeien. Je vindt grasaren vooral in gebieden waar niet of nauwelijks gemaaid wordt waardoor grasaren goed kunnen groeien. Door de actie “Maai Mei Niet” kiezen gemeenten er voor om stukken niet te maaien, om zo de insecten te helpen.
De groene grasaren worden dan meer geel van kleur door uitdroging en vallen in losse zaden uit elkaar. Aan die zaden zitten weerhaakjes. Door de weerhaakjes kunnen de grasaren in de vacht van een dier naar voren of in de huid kruipen, vandaar de bijnaam kruipers. Een grasaar kan bij huisdieren problemen geven. Vaak kruipen ze tijdens het uitlaten bij honden tussen de tenen. Door de haartjes kunnen ze ook maar één kant op kruipen. Wanneer de punt van een grasaar tegen de huid zit, werkt die zich dus echt in de huid.
Ze komen helaas ook regelmatig in oren, ogen, neus, keel en longen terecht, waar ze veel schade kunnen toebrengen. Als een dier een grasaar in zijn oor heeft gekregen, kan hij met zijn kop gaan schudden of met zijn oren gaan klapperen. Een grasaar in de neus kan niezen veroorzaken. Loopt een dier mank? Dan kan het zijn dat er een kruiper via de voet het lichaam is binnengedrongen.
Let ook op signalen als zwellingen, ontstekingen en open wondjes, waar vocht uit komt.
Check je dier(en) regelmatig. Mocht het dier last hebben van een grasaar en lukt het niet deze in zijn geheel te verwijderen, neem dan contact op met de dierenarts.